Skip to main content

‘Ouder van mijn ouders’ biedt informatie en hulp. Voor kinderen van ouders met een (licht) verstandelijke beperking, én ook voor naasten. Met ‘kind van ouders met een (licht) verstandelijke beperking’ bedoelen we ook volwassen kinderen.

Ik heb heel lang het gevoel gehad dat ik misschien geadopteerd was, of dat mijn ouders niet echt mijn ouders waren. Ik voelde me zó anders. Toen ik lotgenoten tegenkwam, voelde ik zoveel herkenning. Ik was daar niet alleen in.

Voor mijzelf

Hoe gaat het met mij?

Op deze pagina lees je waar je als kind van ouders met een (licht) verstandelijke beperking mee te maken kan krijgen.

Welke hulp is er voor mij?

Hier lees je meer over de hulp die er voor jou is, zoals een luisterend oor of lotgenotencontact.

Over mijn ouder

Wat is er met mijn ouder?

Lees hier meer over wat een (licht) verstandelijke beperking is en hoe je hiermee om kunt gaan.

Welke hulp is er voor mijn ouder?

Hier lees je meer over de hulp die er is voor je ouder(s), zoals de huisarts of het sociaal wijkteam.

Voor naasten

Wat kun jij doen?

Jij kunt veel betekenen voor iemand met ouders met een (licht) verstandelijke beperking. Hier lees je wat jij kunt doen.

Welke hulp is er voor jou?

Hier lees je meer over de hulp die er is voor jou als naaste, zoals stichting Buurtgezinnen, Naasten in Kracht of het wijkteam.

Wat betekent KOVB?

De afkorting KOVB heb je misschien wel eens ergens gelezen of gehoord. KOVB is een afkorting voor Kinderen van Ouders met een (licht) Verstandelijke Beperking. Deze afkorting wordt vooral door hulpverleners gebruikt.

Ervaringsverhalen

Ik leerde mezelf gedrag en omgangsvormen aan door bij anderen af te kijken of te kopiëren. Zo probeerde ik goed genoeg te zijn en kon ik meekomen in de ‘normale’ wereld. Daardoor heb ik onvoldoende een eigen ‘ik’ ontwikkeld. Hier worstel ik als volwassene nog steeds mee.

‘Ik heb nooit echt houden-van gevoelens voor mijn moeder gehad, maar ik voel mij wel verantwoordelijk voor haar, ik wil haar niet afvallen en haar wel in haar waarde laten.

Ik heb heel lang het gevoel gehad dat ik misschien geadopteerd was, of dat mijn ouders niet echt mijn ouders waren. Ik voelde me zó anders. Toen ik lotgenoten tegenkwam, voelde ik zoveel herkenning. Ik was daar niet alleen in.

Bij lotgenotencontact begrepen mensen het als ik vroeg: Hoe vaak moéten jullie naar je ouders? Dat was heel fijn.