Mensen met een (licht) verstandelijke beperking hebben moeite om moeilijke informatie snel te begrijpen. Ze kunnen onder andere moeite hebben met lezen, schrijven, rekenen of communiceren. Ook vinden ze het lastig om zich in iemand anders te verplaatsen en kunnen ze minder goed over de toekomst nadenken. Hierdoor kunnen ze minder goed omgaan met ingewikkelde problemen en stress.
Wil je meer weten over wat een licht verstandelijke beperking is? Kijk dan op de website van het Kenniscentrum LVB.
Een ouder met een licht verstandelijke beperking kan verschillende problemen krijgen bij het opvoeden en verzorgen van een kind. Het kan hierdoor lastig zijn om hun kinderen een veilige en gezonde omgeving te bieden. Niet alle ouders lopen tegen dezelfde problemen aan. Je vindt op deze pagina een paar voorbeelden.
Mensen met een licht verstandelijke beperking hebben vaak moeite met praktische taken in het huishouden, zoals het koken van een maaltijd. Het kan als je een verstandelijke beperking hebt moeilijker zijn om te leren hoe je dit soort dingen moet doen.
Mensen met een licht verstandelijke beperking hebben vaak moeite met begrijpen wat er nodig is om een kind te verzorgen. Denk aan praktische dingen zoals tanden poetsen. Een kind moet daardoor al jong voor zichzelf zorgen. Soms is het zelfs zo dat het slecht gaat met een kind doordat de ouder niet goed voor hem kan zorgen.
Mensen met een licht verstandelijke beperking kunnen zich vaak niet goed inleven in een ander, dus ook niet in hun kind. Contact met elkaar kan soms lastig zijn, zoals een gesprek voeren. Door hun beperking kunnen mensen minder goed hun eigen emoties begrijpen of kalm blijven, en kan hun gedrag onvoorspelbaar zijn. Er is hierdoor vaak geen gevoelsband tussen ouder en kind.
Mensen met een licht verstandelijke beperking doen vaak steeds hetzelfde. Dat geeft houvast. Daardoor kan het ingewikkeld zijn als dingen anders lopen. Ouders begrijpen vaak niet wat een kind op verschillende leeftijden nodig heeft en dat dit verandert als het kind groter wordt. Ze hebben niet altijd een juiste kijk op opvoeden.
Mensen met een licht verstandelijke beperking kunnen het lastig vinden om aan de ene kant grenzen te stellen (‘nee’ of ‘stop’ zeggen) en aan de andere kant ruimte te geven aan het kind. Ze doen vaak te veel van het één of juist van het ander. Denk aan hele strenge regels of juist helemaal geen regels.
Het is vaak zo dat mensen met een licht verstandelijke beperking dingen niet helemaal goed begrijpen. Ze zien niet altijd goed wat ze zelf kunnen of minder goed kunnen. Dit kan zorgen dat ze frustratie of boosheid voelen, of het moeilijk vinden om een ander te vertrouwen. Dit kan er ook voor zorgen dat ze dingen beloven die ze niet kunnen waarmaken.
Mensen met een licht verstandelijke beperking kunnen het lastig vinden om relaties te onderhouden. Daardoor hebben ze vaak weinig sociale contacten. Het gebeurt vaak dat hun ouders (opa en oma) hen voor langere tijd helpen.
Het komt veel voor dat mensen met een licht verstandelijke beperking ook andere problemen krijgen, zoals armoede of psychische problemen. Ze kunnen vaak niet goed bedenken wat de gevolgen zijn van hun besluiten, en vinden het lastig om over de toekomst na te denken. Deze problemen zorgen weer voor extra stress.
Sommige mensen met een licht verstandelijke beperking hebben een diagnose: een dokter heeft hen onderzocht en verteld dat zij deze beperking hebben. Maar als dat niet zo is, kan het evengoed wél zo zijn dat iemand een licht verstandelijke beperking heeft.
Veel mensen met een licht verstandelijke beperking proberen ervoor te zorgen dat niemand doorheeft dat ze een beperking hebben. Ze hebben uit eerdere ervaringen vaak een goed idee over wat er van hen verwacht wordt en daardoor zichzelf aangeleerd hoe ze zich moeten gedragen. De mensen om hen heen merken en weten daardoor niets van hun beperking. Dit kan betekenen dat ze hierdoor ook geen diagnose van een licht verstandelijke beperking hebben.
In Nederland zijn er meer dan 1,1 miljoen mensen met een licht verstandelijke beperking. Een deel van hen heeft één of meer kinderen. Er groeien ongeveer 23.000 kinderen op bij ouders met een verstandelijke beperking. Van die kinderen hebben er 17.000 zelf geen verstandelijke beperking. Waarschijnlijk zijn er ook veel ouders met een licht verstandelijke beperking die dat niet van zichzelf weten, of dit niet van een dokter gehoord hebben. De kans is dus groot dat er meer kinderen zijn van ouders met een verstandelijke beperking dan we nu weten. Dit betekent dat je dus echt niet de enige bent.
